1. De la lecture simultanée des articles 208, alinéa 1er, et 190, alinéa 1er, du CIR 1992, peut-on en conclure qu'une société en liquidation a le droit de bénéficier de la taxation étalée dans la mesure où elle satisfait aux conditions de remploi visées à l'article 47, §§ 2 à 5, du CIR 1992?
1. Kan men uit de artikelen 208, eerste lid, enerzijds, en 190, eerste lid, anderzijds, van het WIB 1992 afleiden dat een vennootschap in vereffening aanspraak kan maken op een in de tijd gespreide belasting als zij voldoet aan de bij artikel 47, §§ 2 tot 5, van het WIB 1992 bepaalde voorwaarden inzake herbeleggingen?