Les dignitaires comme les évêques, les archidiacres et les doyens et les chanoines de cathédrales et les pasteurs et les curés de paroisses bénéficient d'un très haut niveau de sécurité d'emploi en fonction de facteurs exposés au paragraphe 5 ci-dessous (sur lesquels nous reviendrons). Ils sont assujettis à un âge de retraite obligatoire, en principe 70 ans, et peuvent être révoqués à la suite de procédures disciplinaires à caractère judiciaire, pour des raisons de santé, ou dans certains cas (en fonction de paiement financiers) de rupture de relations dans une paroisse ou de suppression de la fonction.
Hoge geestelijken zoals bisschoppen, decanen en kanunikken van kathedralen en rectors of vicars van parishes genieten een zeer hoge zekerheid, afhankelijk van factoren die hieronder in paragraaf 5 worden toegelicht (wij komen hier nog op terug). Zij kennen een
verplichte pensioengerechtigde leeftijd, normaliter met zeventig jaar, en kunnen uit het ambt worden gezet als resultaat van strafrechtelijke maatregelen die onderdeel uitmaken van het tuchtrecht of wegens een slechte gezondheid of in sommige gevallen (dit hangt van de bezoldiging af) wanneer de verhoudingen in een parochie onwerkbaar zijn geworden of de desbetreffende functie is k
...[+++]omen te vervallen.