L’enfouissement et l’incinération de sous-produits animaux, notamment d’animaux morts, peuvent être justifiés dans certaines situations particulières, notamment dans des régions éloignées ou lors de l’apparition d’un foyer important de maladie transmissible imposant l’élimination urgente des animaux abattus pour contenir l’épizootie.
Het begraven en verbranden van dierlijke bijproducten, en met name van dode dieren, kan in bepaalde situaties gerechtvaardigd zijn, vooral in afgelegen gebieden of bij ziektebestrijding, wanneer noodverwijdering van de gedode dieren noodzakelijk is om een uitbraak van een ernstige overdraagbare ziekte te beheersen.