50. souligne que les ateliers protégés ainsi que les lieux de travail intégrés, même s'ils ne sont pas mis sur un pied d'égalité avec la participation au marché du travail ouvert, constituent des solutions appréciables pour accompagner et soutenir toutes les personnes handicapées souffrant de handicaps différents et se trouvant à des péri
odes différentes de leur vie, y compris grâce à des aménagements décents permettant la transition vers un marché du travail ouvert, et estime qu'un refus injustifié de proposer des aménagements décents (article 5 de la directive 2000/78/CE) devrait être considéré comme une forme de discrimination, confor
...[+++]mément à l'article 2 de la convention des Nations unies relative aux droits des personnes handicapées; constate que, dans certains États membres, des ateliers protégés et des quotas peuvent être utilisés pour permettre une transition vers le marché du travail ouvert, et observe la fourniture de structures spécifiquement destinées aux personnes handicapées et de personnels formé pour répondre à leurs besoins; souligne qu'il conviendrait d'accueillir favorablement le recours à des représentants des personnes handicapées, qui parleraient en leur nom, dans les grandes entreprises, ainsi que le renforcement de la coopération entre les ONG et les PME locales concernées; souligne qu'il y a lieu de soutenir, le cas échéant, la création de postes d'assistants personnels, car cela donnerait davantage de possibilités aux personnes handicapées d'intégrer le marché du travail; 50. benadrukt dat beschutte werkplaatsen en geïntegreerde werkplekken weliswaar niet op gelijke voet staan met participatie in de open arbeidsmarkt maar toch waardevolle oplossingen kunnen zijn om mensen met verschillende handicaps in verschillende levensfases te begeleiden en ondersteunen,
ook door redelijke aanpassingen bij de overgang naar de open arbeidsmarkt, en meent dat ongemotiveerde weigering van redelijke aanpassingen (artikel 5 van Richtlijn 2000/78/EG) beschouwd moet worden als een vorm van discriminatie, in overeenstemming met artikel 2 van het VN-Verdrag; merkt op dat in sommige lidstaten beschutte werkplaatsen en quota's
...[+++]gebruikt kunnen worden in het kader van een overgang naar de open arbeidsmarkt, en instaan voor de verstrekking van specifieke faciliteiten voor mensen met een handicap en van personeel dat beantwoordt aan hun behoeften; benadrukt dat in grote ondernemingen aanwijzing van vertegenwoordigers van mensen met een handicap, waardoor zij voor zichzelf kunnen spreken, toegejuicht moet worden, alsook een nauwere samenwerking tussen plaatselijke NGO's en KMO's; benadrukt dat persoonlijke assistenten zo nodig ondersteund moeten worden, daar dit een aanmerkelijke verbetering zou brengen in de kansen voor mensen met een handicap om voet aan de grond de krijgen op de arbeidsmarkt;