28. réaffirme que, sur tous les aspects mentionnés plus haut, une volon
té politique forte, commune et de longue durée doit intervenir, qui utilise pleinement les possibilités offertes par le traité de Lisbonne, et que la définition progressive
d'une politique de défense commune capable de conduire à une défense commune doit être axée sur le renforcement de la capacité de l'UE à répondre aux crises et à assurer une consolidation de la paix à long terme, mais surtout sur l'assurance de l'autonomie stratégique de l'Europe et de sa capaci
...[+++]té à agir; demande que soit organisé un Conseil européen extraordinaire sur la sécurité et la défense européennes; réitère sa demande de rédaction d'un livre blanc de la sécurité et de la défense européennes, sur la base d'un processus incluant tous les acteurs concernés de l'Union et se fondant sur les rapports nationaux sur la sécurité et la défense établis par tous les États membres suivant un modèle commun qui permette la comparaison directe des points forts et des points faibles en matière de capacités effectives et d'hypothèses de planification; 28. herhaalt dat voor alle bovengenoemde aspecten een optreden vanuit een sterke gemeenschappelijke politieke wil voor een langere periode nodig is waarmee het potentieel van het Verdrag van Lissabon volledig wordt benut, en dat de progressieve vaststelling van ee
n gemeenschappelijk defensiebeleid dat kan leiden tot een gemeenschappelijke defensie gericht moet zijn op de versteviging van het vermogen van de EU om op crises te reageren en vredesopbouw op de lange termijn te waarborgen, maar vooral op het vergroten van Europa's strategische autonomie en het uitbreiden van haar mogelijkheden om op te treden; verlangt dat er een buitengewon
...[+++]e bijeenkomst van de Europese Raad over de Europese veiligheid en defensie wordt gehouden; herhaalt zijn verzoek om de opstelling van een witboek over Europese veiligheid en defensie, dat tot stand moet worden gebracht via een proces waarbij alle relevante belanghebbenden in de EU worden betrokken en dat gebaseerd moet worden op evaluaties van de nationale defensie en veiligheid in alle lidstaten die beantwoorden aan een gemeenschappelijk sjabloon en een directe vergelijking van de sterkten en zwakten van de huidige capaciteiten en planningsuitgangspunten mogelijk maken;