« Art. 257 bis. En attendant que le procureur fédéral et les magistrats fédéraux puissent assumer les tâches et compétences qui leur sont attribuées par la présente loi, par la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, par la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignements et par l'article 47quater du Code d'instruction criminelle, ces tâches et compétences seront exercées par les magistrats désignés par arrêté ministériel délibéré en Conseil des ministres.
« Art. 257 bis. In afwachting dat de federale procureur en de federale magistraten de hen bij deze wet, bij de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, bij de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en bij artikel 47quater van het Wetboek van strafvordering opgedragen taken en bevoegdheden kunnen opnemen, worden deze uitgeoefend door magistraten die daartoe worden aangewezen bij ministerieel besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.