Toutefois, en cas d'infraction visée aux articles 1, 1º, 2, premier alinéa, 2bis, et 4, premier alinéa, contre des personnes physiques, l'action de l'établissement d'utilité publique, de l'association ou de l'organisation représentative ne sera recevable que s'il prouve qu'il a reçu leur accord».
Wanneer het echter gaat om een misdrijf bedoeld in de artikelen 1, 1º, 2, eerste lid, 2bis, en 4, eerste lid, en gepleegd tegen natuurlijke personen, is de vordering van de instelling van openbaar nut, van de vereniging of van de representatieve organisatie alleen ontvankelijk als deze aantoont dat zij de instemming van de personen heeft gekregen».