En ce qui concerne l'amendement nº 1, A, qui vise à éliminer totalement la notion d'ébranlement de crédit, l'intervenant se demande si le texte « Tout commerçant qui a cessé ses paiements de manière durable est en état de faillite » qui en découle, est vraiment souhaitable alors qu'il est possible que ceux qui sont censés demander la faillite pour protéger leurs intérêts, ne le font pas.
Wat amendement nr. 1, A, betreft, dat ertoe strekt het begrip « geschokt krediet » te schrappen, vraagt spreker zich af of de tekst die daarvan het gevolg is : « De koopman die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen, bevindt zich in staat van faillissement » werkelijk wenselijk is ingeval degenen die het faillissement kunnen vragen om hun belangen veilig te stellen, dat niet doen.