Les États membres facilitent la délivrance des titres de séjour et, le cas échéant, des visas qu'ils exigent à la famille, définie comme étant le conjoint et les enfants ou ascendants à charge, du ressortissant de pays tiers autorisé à séjourner dans un État membre de l'Union européenne à des fins d'études, de formation, de stage, de volontariat, de perfectionnement professionnel, pendant la durée de validité du titre de séjour délivré à ce dernier.
De lidstaten vergemakkelijken de afgifte van verblijfstitels en, in voorkomend geval, van de visa die zij vereisen aan de leden van het kerngezin, nl. echtgenoten en ten laste komende kinderen of ouders, van een onderdaan van een derde land die in een lidstaat van de Europese Unie wordt toegelaten voor studie, beroepsopleiding, stage, vrijwilligerswerk of bijscholing voor de hele geldigheidsduur van diens eigen verblijfstitel.