La Conférence
note que les États membres, lorsqu'ils font une déclaration au titre de l'article K.7, paragraphe 2, peuvent se réserver le droit de prévoir de
s dispositions dans leur droit national pour que, lorsqu'une question sur la validité ou l'interprétation d'un acte visé à l'article K.7, paragraphe 1, est soulevée dans une affaire pendante devant une juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne, cette juridiction soit tenu
...[+++]e de porter l'affaire devant la Cour de justice.
De Conferentie neemt er akte van dat de lidstaten zich bij het afleggen van een verklaring overeenkomstig artikel K.7, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie het recht kunnen voorbehouden in hun nationale recht te bepalen, dat een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, gehouden is een vraag die in een bij die instantie aanhangige zaak wordt opgeworpen in verband met de geldigheid of uitlegging van een besluit als bedoeld in artikel K.7, lid 1, voor te leggen aan het Hof van Justitie.