En ce qui concerne la nature des ressources, celles-ci peuvent consister en un revenu professionnel, mais également en d’autres moyens, tels qu’un revenu provenant d’activités indépendantes, des moyens privés disponibles pour le regroupant, des paiements au titre de droits acquis par les cotisations précédentes du regroupant ou du membre de la famille (par exemple, allocations de retraite ou d’invalidité).
Wat betreft de aard van de inkomsten: deze kunnen voortkomen uit loondienst, maar ook uit andere bronnen, zoals uit zelfstandige werkzaamheden, privémiddelen waarover de gezinshereniger beschikt, betalingen op grond van rechten die zijn opgebouwd door eerdere bijdragen van de gezinshereniger of een gezinslid (zoals een pensioen of een arbeidsongeschiktheidsuitkering).