34. estime que l'embargo sur les armes imposé à la Chine illustre la cohérence et la constance de l'Union, étant donné que cet embargo a été originellement décidé à la suite du massacre de Tiananmen en 1989, que, jusqu'à ce jour, l'Union n'a reçu aucune explication quant à ce massacre, et qu'il n'y a donc aucune raison de lever cet embargo;
34. ziet het wapenembargo dat aan China is opgelegd als een illustratie van de samenhang en consistentie van de Unie, aangezien oorspronkelijk tot dit embargo is besloten naar aanleiding van de slachting op het plein van de Hemelse Vrede in 1989 en de EU tot op heden geen verklaring voor die slachting heeft ontvangen zodat er geen reden bestaat om het embargo op te heffen;