La Cour a constaté qu'il découlait de la nature de l'affaire que l'État n'avait en fait aucun autre choix quant aux moyens pouvant être utilisés afin de mettre un terme à la violation: le seul moyen consistait pour l'État à remettre le requérant en liberté aussi rapidement que possible, ce à quoi l'État a dès lors été condamné (C.E.D.H (grande chambre), 8 avril 2004, Assanidze contre la Géorgie, nº 71.503/01, §§ 202-203 et point 14, a, du dispositif, non publié à ce jour).
Het Hof stelde vast dat uit de aard van de zaak voortvloeide dat de staat in feite over geen keuze beschikte ten aanzien van de middelen die aangewend konden worden om aan de schending een einde te stellen : het enige middel bestond erin dat de staat de verzoeker zo snel mogelijk in vrijheid zou stellen, en de staat werd dan ook daartoe veroordeeld (E.H.R.M (grote kamer), 8 april 2004, Assanidze t/ Georgië, nr. 71.503/01, §§ 202-203 en punt 14, a, van het dispositief, voorlopig onuitg).