Le condamné est définitivement mis en liberté lorsqu'aucune révocation n'est intervenue, conformément aux dispositions du titre III, chapitre 1, avant l'expiration d'un délai d'épreuve égal à la durée de la peine privative de liberté qu'il devait encore subir au jour où la décision relative à la libération conditionnelle a été prise.
De veroordeelde is definitief in vrijheid gesteld, wanneer geen herroeping, overeenkomstig de bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, plaatsvindt voordat een proeftijd is verstreken die gelijk is aan de duur van de vrijheidsberovende straf die hij nog moest ondergaan op de dag dat de beslissing betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling is genomen.