35. condamne les violations cont
inues du droit à la liberté de culte ou de croyance dans la région et réaffirme l'importance que l'Union européenne doit accorder à cette question; affirme une nouvelle fois que la liberté de pensée, de conscience et de
culte constitue un
droit fondamental de la personne humaine; souligne dès lors qu'il importe de combattre toutes les formes de discrimination contre les minorités religieuses; demande aux gouvernements des pays de l'MOAN de défendre le pluralisme religieux; invite l'Union européenne
...[+++]à déployer les efforts nécessaires afin de protéger activement les minorités religieuses et à leur donner asile; salue l'adoption en 2013 des lignes directrices de l'Union sur la promotion et la protection de la liberté de religion ou de conviction et invite les institutions de l'Union ainsi que les États membres à accorder une attention particulière à l'application de ces lignes directrices, dans les enceintes internationales et régionales, mais aussi dans les relations bilatérales avec des pays tiers; encourage la VP/HR et le SEAE à mener un dialogue permanent avec les ONG, les groupes religieux ou de conviction et les dirigeants religieux; 35. veroordeelt de aanhoudende schendingen van het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging in de regio en wijst nogmaals op het belang dat de EU hieraan hecht; herhaalt andermaal dat de vrijheid van gedachte, gewete
n en godsdienst een fundamenteel mensenrecht is; ben
adrukt derhalve dat alle vormen van discriminatie tegen religieuze minderheden op doeltreffende wijze moeten worden bestreden; vraagt de regeringen van de MONA-landen om het religieuze pluralisme te verdedigen; verzoekt de Europese Unie zich sterker in te zette
...[+++]n voor de actieve bescherming van religieuze minderheden en het bieden van toevluchtsoorden; is verheugd dat tijdens de verslagperiode (2013) de richtsnoeren van de EU tot bevordering en bescherming van de vrijheid van godsdienst en overtuiging werden goedgekeurd en vraagt de EU-instellingen en -lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan de uitvoering van deze richtsnoeren zowel in internationale en regionale fora als in bilaterale betrekkingen met derde landen; moedigt de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger en de EDEO aan om een permanente dialoog aan te gaan met ngo's, religieuze of geloofsgroepen en religieuze leiders;