Dans les trois cas, la raison de fond invoquée par la Cour pour justifier sa décision encourageant le dumping salarial a été la même: le droit communautaire interdit toute mesure – écoutez bien – susceptible de rendre moins attrayantes les conditions faites à une entreprise d'un autre État membre car cela - je cite encore – constitue une restriction à la libre prestation des services ou à la liberté d'établissement, lesquelles comptent parmi les libertés fondamentales garanties par le traité.
In alle drie gevallen was het de hoofreden waarop het hof zich beriep om zijn oordeel ter bevordering van loondumping te rechtvaardigen dat de wetgeving van de Gemeenschap iedere maatregel verbiedt – let op – die het “minder attractief maken” van de omstandigheden van een bedrijf uit een andere lidstaat aannemelijk maakt, omdat dit – en hier citeer ik – een “beperking van de vrijheid om diensten te verrichten is” of van de vrijheid van vestiging, die tot de fundamentele door het Verdrag gewaarborgde vrijheden behoren.