Inversement, la Communauté était obligée, à la demande de parents désirant un enseignement confessionnel et ne trouvant pas à une distance raisonnable une école dont au moins les trois quarts du personnel étaient titulaires d'un diplôme de l'enseignement confessionnel, soit d'admettre aux subventions une école libre confessionnelle existante, soit d'assurer le transport vers une telle école ou section par l'intermédiaire d'un service de transport scolaire.
Evenzo was de gemeenschap verplicht op verzoek van de ouders die confessioneel onderwijs wensten en op een redelijke afstand geen school vonden waarvan drie vierden van het personeel houder was van een diploma van confessioneel onderwijs, hetzij een bestaande confessionele vrije school in de subsidieregeling op te nemen, hetzij het vervoer te verzekeren naar een dergelijke school of afdeling door middel van een dienst voor leerlingenvervoer.