8. estime que les avantages de la libéralisation reviennent largement aux pays qui démantèlent les obstacles tarifaires et les barrières non tarifaires et qui ouvrent leurs marchés; estime, par conséquent, que l'aptitude de l'Union à accroître sa compétitivité dépend, entre autres facteurs, de sa capacité à lutter contre toutes les entraves aux échanges au niveau mondial, à garantir l'achèvement du marché unique et à ouvrir ses marchés aux pays tiers;
8. is van mening dat vooral de landen die tarifaire en non-tarifaire barrières wegnemen en hun markten openen profiteren van de voordelen van liberalisering; is derhalve van oordeel dat het vermogen van de EU om haar concurrentiepositie te versterken onder andere afhankelijk is van haar capaciteit om belemmeringen voor de handel op mondiaal niveau af te bouwen, de voltooiing van de interne markt zeker te stellen en haar markten open te stellen voor derde landen;