Vu la loi du 31 mai 1888 établissant la libération conditionnelle dans le système pénal et la loi du 9 août 1930 telle que remplacée par la loi du 1 juillet 1964 de défense sociale à l'égard des anormaux, des délinquants d'habitude et des auteurs de certains délits sexuels, toutes deux modifiées par la loi du 13 avril 1995, notamment par les articles 6, 7 et 8 concernant l'abus sexuel à l'égard des mineurs;
Gelet op de wet van 31 mei 1888 tot invoering van de voorwaardelijke invrijheidstelling in het strafstelsel en de wet van 9 augustus 1930 zoals vervangen door de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en daders van seksuele misbruik, beide gewijzigd door de wet van 13 april 1995, inzonderheid door de artikelen 6, 7 en 8 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen;