Comme précisé dans l'exposé des motifs de la loi du 26 mars 2014, l'hypothèse d'une libération provisoire pure et simple n'est pas envisageable et serait illégale au regard du Statut.
In de memorie van toelichting bij de wet van 26 maart 2014 is nader bepaald dat een onvoorwaardelijke invrijheidstelling geen optie is en illegaal zou zijn in het licht van het Statuut.