2) «résidence habituelle»: l’endroit où une personne passe habituellement sa période de repos quotidien, sans tenir compte d’absences temporaires à des fins de loisirs, de vacances, de visites à des amis et à des parents, d’activités professionnelles, de traitement médical ou de pèlerinage religieux ou, à défaut, le lieu de résidence légale ou officielle.
2. „gewone verblijfplaats”: de plaats waar een persoon gewoonlijk de dagelijkse rustperiode doorbrengt, ongeacht tijdelijke afwezigheid voor recreatie- of vakantiedoeleinden, vrienden- en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten, of, bij gebreke daaraan, de plaats van het legaal of geregistreerd verblijf.