Art. 2. Il y a lieu d'entendre par enlèvement de l'enfant, l'acte qui a pour but de soustraire illégalement l'enfant à l'autorité de l'un de ses parents, père ou mère, ou de la personne qui était allocataire immédiatement avant cet acte conformément à l'article 69, § 1, alinéa 2, des mêmes lois, ou de l'institution dans laquelle l'enfant était placé conformément à l'article 70 des mêmes lois, lorsque cet acte :
Art. 2. Onder ontvoering van het kind moet worden verstaan de handeling die tot doel heeft het kind wederrechtelijk te onttrekken aan het gezag van één van zijn ouders, vader of moeder, of aan de persoon die bijslagtrekkende was onmiddellijk voor deze handeling, overeenkomstig artikel 69, § 1, tweede lid, van dezelfde wetten, of aan de instelling waar het kind geplaatst was overeenkomstig artikel 70 van dezelfde wetten, wanneer deze handeling :