Dans la succession du dernier mourant des enfants de l'adopté décédés après lui sans postérité, s'applique par analogie l'article 353-16, 2º, pour la part qui, aux termes de l'article 747, § 1, est attribuée aux ascendants de la ligne à laquelle appartient l'adopté».
In de nalatenschap van de langstlevende van de kinderen van de geadopteerde die na hem zijn overleden zonder afstammelingen na te laten, wordt artikel 353-16, 2º, op overeenkomstige wijze toegepast voor het aandeel van de nalatenschap dat volgens artikel 747, § 1, aan de bloedverwanten in de opgaande lijn van de geadopteerde is toegekend».