En outre, les véhicules tractés équipés d'une ligne de commande électrique, lorsqu'ils sont reliés électriquement à un tracteur lui-même équipé d'une ligne de commande électrique, doivent émettre les informations de défaillance pour actionner le signal d'avertissement défini au point 2.2.1.29.2.1 de l'annexe I par l'intermédiaire de la voie de communication de données de la ligne de commande électrique, lorsque l'efficacité prescrite du freinage de service du véhicule tracté ne peut plus être assurée.
Daarnaast moeten getrokken voertuigen met een elektrische bedieningsleiding die elektrisch zijn aangesloten op een trekker met een elektrische bedieningsleiding, als de voorgeschreven bedrijfsremwerking van het getrokken voertuig niet meer kan worden gewaarborgd, via het datacommunicatiegedeelte van de elektrische bedieningsleiding de storingsinformatie verstrekken voor activering van het waarschuwingssignaal van punt 2.2.1.29.2.1 van bijlage I.