A l'origine des dispositions attaquées est une proposition de loi qui visait à prévoir une suspension pour une durée de six mois de la prescription de l'action publique « dans le cas où la durée d'exécution d'une commission rogatoire internationale ou de transmission de pièces relatives à ladite exécution dépasse six mois » (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1387/2, p. 2, se référant au Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1004/1) et qui se limitait donc aux difficultés liées à un type particulier de devoirs à accomplir au cours de la phase préparatoire du procès pénal.
De bestreden bepalingen vloeien voort uit een wetsv
oorstel waarvan het doel was in een schorsing voor een periode van zes maanden van de verjaring van de strafvordering te voorzien « in het geval waarin de duur van de uitvoering van een internationale ambtelijke opdracht of van de overzending van de op die uitvoering betrekking hebbende stukken zes maanden overschrijdt » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1387/2, p. 2, met verwijzing naar Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1004/1), en dat dus beperkt bleef tot de moeilijkheden die verbonden zijn met een bepaald type van taken die in de loop van de voorbereidende fase van het strafproces moe
...[+++]ten worden verricht.