1. Le brevet communautaire peut faire l'objet d'une action en nullité, en contrefaçon ou en déclaration de non-contrefaçon, d'une action relative à l'utilisation du brevet ou au droit fondé sur une utilisation antérieure du brevet, ainsi que d'une demande en limitation, d'une demande reconventionnelle en nullité ou d'une demande de constatation d'extinction.
1. Met betrekking tot het Gemeenschapsoctrooi kan een vordering tot nietigverklaring, inzake inbreuk of tot verklaring van niet-inbreuk, een vordering inzake het gebruik van het octrooi of inzake het recht van voorgebruik van het octrooi, alsook een verzoek tot beperking, een vordering in reconventie tot nietigverklaring of een verzoek tot vervallenverklaring worden ingesteld.