Sous réserve des paragraphes 3, 4 et 5 du présent article et de l’article 5, chaque État membre limite annuellement ses émissions de gaz à effet de serre de manière linéaire pour faire en sorte qu’elles ne dépassent pas sa limite pour 2020, tel que précisé à l’annexe II, y compris en utilisant les marges de manœuvre prévues dans la présente décision.
Met inachtneming van de leden 3, 4 en 5 van dit artikel en artikel 5, moet elke lidstaat zijn broeikasgasemissies jaarlijks op een lineaire wijze beperken om ervoor te zorgen, onder meer door gebruikmaking van de in deze beschikking genoemde flexibele instrumenten, dat zijn emissies zijn plafond in 2020, zoals aangegeven in bijlage II, niet overschrijden.