La dotation de la Liste civile tend donc à établir un équilibre entre l'indépendance et l'irresponsabilité du Chef de l'État, d'une part, et la maîtrise des dépenses des deniers publics liées à l'exercice de la fonction royale, d'autre part.
De dotatie van de Civiele Lijst beoogt aldus een evenwicht te vinden tussen enerzijds de onafhankelijkheid en onverantwoordelijkheid van het staatshoofd, en anderzijds de beheersbaarheid van de besteding van openbare middelen verbonden met de uitoefening van de koninklijke functie.