« L'article 587bis, 4°bis, du Code judiciaire et l'article 32decies, § 2, de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, interprétés comme donnant compétence au président du tribunal du travail de statuer com
me en référé sur un litige de harcèlement moral et de violence au travail ayant de fortes connotations collectives, ou sur un litige collectif dont certains aspects touchent aux notions de harcèlement moral et de violence au travail, violent-ils les articles 10, 11, 23 et 27 de la constitution, lus isolément ou en combinaison avec les articles 6 de la
CEDH et 14 ...[+++] du Pacte international relatif aux droits civils et politiques ?« Schenden artikel 587bis, 4°bis, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 32decies, § 2, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, in die zin geïnterpreteerd dat zij de voorzitter van de arbeidsrechtbank de bevoegdheid geven om zoals in kort geding uitspraak te doen over een geschil inzake pesterijen en geweld op het werk met sterke collectieve connotaties, of over een collectief geschil waarvan bepaalde aspecten te maken hebben met de begrippen ' pesterijen ' en ' geweld op het werk ', de artikelen 10, 11, 23 en 27 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en
artikel 14 van het ...[+++]Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ?