Par dérogation au § 1, les agents qui, au 1 décembre 2004, en tant que titulaire du grade rayé d'inspecteur principal d'administration fiscale, étaient revêtus de l'échelle de traitement 10S3 et occupaient un emploi localisé auquel la fonction de chef de service était attachée, sont d'office nommés dans la classe A2, rémunérés dans l'échelle de traitement A23 et portent le titre d'inspecteur principal d'administration fiscale-chef de service.
In afwijking van § 1, worden de ambtenaren die op 1 december 2004 als titularis van de geschrapte graad van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur gerechtigd waren op de weddenschaal 10S3 en een gelokaliseerde betrekking bezetten waaraan de functie van dienstchef was verbonden, ambtshalve benoemd in de klasse A2, bezoldigd in de weddenschaal A23 en dragen de titel van eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur.