La ratio legis de cette disposition est la suivante : le législateur a voulu, en 1979, substituer le revenu immobilier réel au revenu forfaitaire dans tous les cas où le loyer et les charges locatives réellement supportables par le locataire pouvaient être contrôlés dans les écritures de celui-ci (J. Malherbe et J. Autenne, « Réformes de la fiscalité immobilière par la loi du 19 juillet 1979 », Journal des Tribunaux, 1980, pp. 55 à 66).
De ratio legis van deze bepaling wordt als volgt uitgelegd : de wetgever heeft in 1979 de forfaitaire inkomsten willen vervangen door de reële inkomsten uit onroerende goederen in alle gevallen waarin de huurprijs en de door de huurder werkelijk gedragen huurlasten kunnen worden gecontroleerd in de geschriften van die huurder (J. Malherbe en J. Autenne, « Réformes de la fiscalité immobilière par la loi du 19 juillet 1979 », Journal des Tribunaux, 1980, blz. 55 tot 66).
