En outre il est prévu que dans le cas où une Partie contractante appliquait, au 15 avril 1994, un système de rémunération équitable pour la location d'exemplaires d'œuvres incorporées dans des phonogrammes, au lieu d'un droit exclusif, cette Partie contractante peut maintenir ce système, à condition que la location commerciale ne constitue pas une atteinte substantielle au droit exclusif de reproduction.
Ten slotte wordt tevens bepaald dat indien een Verdragsluitend Partij op 15 april 1994 in plaats van een uitsluitend recht een stelsel kent van billijke vergoeding voor de verhuur van kopieën van werken belichaamd in fonogrammen, die Verdragsluitende Partij dat stelsel kan handhaven, mits de commerciële verhuur geen aanleiding geeft tot wezenlijke aantasting van het uitsluitende reproductierecht.