Art. 160. Les agents de sécurité faisant partie du service de sécurité de la SNCB sont compétents pour exercer leurs activités dans les gares, les points d'arrêt non gardés, les trains appartenant aux entreprises ferroviaires, les voies, en ce compris les faisceaux voyageurs et marchandises, les autres espaces du domaine ferroviaire accessibles au public et tous les espaces gérés par la SNCB et Infrabel, à l'exception :
Art. 160. De veiligheidsagenten, behorend tot de veiligheidsdienst van de NMBS zijn bevoegd om hun activiteiten uit te oefenen in de stations, de onbemande stopplaatsen, de treinen die toebehoren aan de spoorwegondernemingen, de sporen, met inbegrip van de reizigers- en goederenbundels, de andere plaatsen van het spoorwegdomein die toegankelijk zijn voor het publiek en alle plaatsen die beheerd worden door de NMBS en Infrabel, met uitzondering van: