Vu l'article 163, § 2, de la loi
du 6 avril 1995 qui stipule que les sociétés de placement d'ordres en instruments financiers qui disposent d'un agrément avant le 1 novembre 2007, reçoivent l'agrément en qualité de société de gestion de portefeuille et de conseil en investissement pour ceux des services et activités d'investissement et services auxiliaires visés à l'article 46, 1° et 2°, qui correspondent à leur agrément existant, à condition d'introduire préalablement une demande en ce s
ens à la Commission bancaire, financière et des ...[+++]Assurances;
Gelet op artikel 163, § 2, van de wet van 6 april 1995 waarbij aan de vennootschappen voor de plaatsing van orders in financiële instrumenten die vóór 1 november 2007 over een vergunning beschikten de vergunning van vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies wordt verleend voor de met hun bestaande vergunning overeenstemmende beleggingsdiensten en -activiteiten en nevendiensten zoals opgenomen in artikel 46, 1° en 2°, mits zij hiervoor een verzoek bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen hebben ingediend;