La loi belge doit veiller à rendre enfin le droit de l'absence « efficace » et faire en sorte de ne « plus admettre que l'être humain appartienne à un autre royaume que celui des vivants ou des morts » (B. Teyssié, L'absence , Litec, Paris, 1978, p. 11, nº 12).
De Belgische wet moet ervoor zorgen dat het recht inzake afwezigheid « efficiënt » is en mag niet meer aanvaarden dat een mens tot een categorie behoort die niet die van de levenden, noch die van de doden is (B. Teyssié, L'absence, Litec, Parijs, 1978, blz. 11, nr. 12).