« Les articles 30, 31 et 47 de la loi du 26 mai 2002 [concernant le droit à l'intégration sociale] et l'article 580, 8°, c), alinéa 2 du Code judiciaire, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne permettent pas aux personnes ayant agi avec intention fraudu
leuse, lorsqu'elles contestent devant le tribunal du travail une décision administrative qui leur inflige une sanction d'exclusion prise en application de l'article 30, § 1, alinéa 1, de la loi du 26 mai 2002, de bénéficier d'une mesure de sursis à l'exécution des peines, alors que, lorsqu'elles sont poursuivies pour le même manquement
devant ...[+++] la juridiction correctionnelle, cette mesure peut leur être octroyée en application de la loi du 29 juin 1964 ?« Schenden de artikelen 30, 31 en 47 van de wet van 26 mei 2002 [betreffende het recht op maatschappelijke integratie] en artikel 580, 8°, c), tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer
zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer zij voor hetzelfde verz
...[+++]uim voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, hun die maatregel kan worden toegekend met toepassing van de wet van 29 juni 1964 ?