Ainsi qu'il est apparu de l'examen de la deuxième branche du cinquième moyen, les mesures inscrites au chapitre II (« Protection juridique ») du titre III, respectivement de la loi anti-racisme, de la loi générale antidiscrimination et de la loi « genre » n'ont pas un caractère répressif, de sorte que, en ce qui concerne ces mesures, le huitième moyen en ses troisième à huitième branches, en ce qu'elles dénoncent la violation du principe de légalité en matière pénale et du principe « nullum crimen sine culpa », n'est pas fondé.
Zoals uit het onderzoek van het tweede onderdeel van het vijfde middel is gebleken, hebben de maatregelen vervat in hoofdstuk II (« Rechtsbescherming ») van titel III van respectievelijk de Antiracismewet, de Algemene Antidiscriminatiewet en de Genderwet geen repressief karakter, zodat, wat die maatregelen betreft, het derde tot het achtste onderdeel van het achtste middel, in zoverre zij een schending aanvoeren van het strafrechtelijke wettigheidsbeginsel en het beginsel « nullum crimen sine culpa », niet gegrond zijn.