Compte tenu de ce qui précède, on peut comprendre que les gens de terrain s'interrogent sur la réglementation adoptée par la Chambre des représentants, qui limite l'exonération à une indemnité de 40 francs maximum par heure, un montant loin au-dessous de la limite d'un tiers du salaire minimum, et encore il s'agit uniquement du minimum dans le régime de l'assurance maladie-invalidité.
Met dit voor ogen is het toch niet onbegrijpelijk dat de mensen op het terrein zich vragen stellen bij de regeling, door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen, die de vrijstelling beperkt tot een vergoeding van maximaal 40 frank per uur, wat ver onder de grens van een derde van het minimumloon ligt, en dan nog alleen voor de regeling van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.