1. Le délai imparti à l'État membre concerné pour réagir à une demande au titre de l'article 39, paragraphe 2, premier alinéa, du règlement (CE) n° 1260/1999 de présenter ses observations et, le cas échéant, de procéder à des corrections est fixé à deux mois, à l'exception de cas dûment justifiés où une période plus longue peut être accordée par la Commission.
1. De termijn waarbinnen de betrokken lidstaat kan reageren op een verzoek overeenkomstig artikel 39, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 om opmerkingen kenbaar te maken, en voorzover nodig correcties toe te passen, bedraagt twee maanden, uitgezonderd naar behoren gemotiveerde gevallen waarin door de Commissie een langere periode kan worden toegestaan.