Par dérogation à l'alinéa 1, si la période de référence débute le premier jour du trimestre suivant celui au cours duquel le travailleur indépendant atteint l'âge visé à l'article 3, § 1, de l'arrêté royal du 30 janvier 1997, le bonus visé à l'article 3/1, § 1, 2° de la loi du 23 décembre 2005 n'est dû que lorsque le travailleur indépendant prouve une carrière d'au moins 40 années civiles au sens de l'article 3, § 3, alinéas 2 et 3 de l'arrêté royal du 30 janvier 1997.
In afwijking van het eerste lid, is de in artikel 3/1, § 1, 2° van de wet van 23 december 2005 bedoelde bonus, wanneer de referteperiode aanvangt op de eerste dag van het kwartaal volgend op datgene waarin de zelfstandige de leeftijd bedoeld in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bereikt, enkel verschuldigd als de zelfstandige een loopbaan van ten minste 40 kalenderjaren bewijst in de zin van artikel 3, § 3, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997.