« Lorsque l'intéressé a commis entre l'âge de douze ans et de dix-sept ans, un fait qualifié infraction de nature à entraîner une peine de réclusion de
plus de 10 ans s'il avait été commis par une personne majeure, et qu'une mesure de placement en institution communautaire publique de protection de la jeunesse a été imposée, le tribunal peut ordonner, par jugement, la prolongation de la mesure de surveillance visée à l'article 42, ordonnée à son encontre pour une durée déterminée ne dépassa
nt pas le jour où l'intéressé ...[+++] atteindra l'âge de vingt-trois ans.
« Wanneer de betrokkene tussen de leeftijd van twaalf en zeventien jaar een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd dat, ingeval het zou zijn gepleegd door een meerderjarige, zou worden gestraft met opsluiting van meer dan tien jaar, en een plaatsingsmaatregel in een openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming is opgelegd, kan de rechtbank bij vonnis de verlenging van de hem opgelegde toezichtsmaatregel, bedoeld in artikel 42, bevelen voor een bepaalde duur, uiterlijk tot de dag waarop de betrokkene de leeftijd van drieëntwintig jaar bereikt.