Conformément au paragraphe 5.6 des lignes directrices concernant ces aides (1998), les États membres ont la possibilité, lorsque les conditions socio-économiques changent de manière significative, de proposer d'apporter aux cartes des aides à finalité régionale, pendant leur période de validité, des ajustements se rapportant aux régions éligibles et aux plafonds d'intensité des aides.
Op grond van punt 5.6 van de richtsnoeren voor regionale steun (1998) kunnen, indien de sociaal-economische omstandigheden in aanzienlijke mate zijn veranderd, de lidstaten aanpassingen van de regionale-steunkaarten voorstellen gedurende de periode van geldigheid ervan met betrekking tot de in aanmerking komende gebieden [19].