« Toutefois, les personnes visées à l'alinéa 1 peuvent informer le procureur du Roi de toute infraction prévue aux articles 372 à 377, 392 à 394, 396 à 405ter, 409, 423, 425 et 425bis qui a été commise sur
un mineur, et dont elles ont pris connaissance par l'examen de la victime ou les confidences de celle-ci, à condition qu'il existe un danger grave et imminent pour l'intégrité physique ou men
tale de celui-ci et lorsqu'elles ne sont pas en mesure, elles-mêmes ou avec l'aide de tiers, de la ga
...[+++]rantir de manière suffisante.
« De in het eerste lid bedoelde personen mogen evenwel een misdrijf, zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 425bis , gepleegd op een minderjarige, en waarvan zij kennis hebben genomen door het slachtoffer te onderzoeken of doordat het slachtoffer hen in vertrouwen heeft genomen, ter kennis brengen van de procureur des Konings op voorwaarde dat er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene en zij die zelf of met hulp van anderen onvoldoende kunnen vrijwaren.