4. Lorsqu’un DCT souhaite désigner un établissement de crédit pour fournir des services accessoires de type bancaire à partir d’une entité juridique distincte qui peut faire partie du même groupe d’entreprises qui sont contrôlées par la même entreprise mère ultime ou pas, l’agrément visé au paragraphe 2 est octroyé uniquement lorsque les conditions suivantes sont remplies:
4. Indien een CSD een kredietinstelling wil aanwijzen om bancaire nevendiensten te verrichten vanuit een afzonderlijke rechtspersoon die al dan niet deel kan uitmaken van een groep van ondernemingen die onder de uiteindelijke zeggenschap van dezelfde moederonderneming staan, wordt de in lid 2 bedoelde vergunning alleen verleend mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: