6. Lorsqu’une capacité bidirectionnelle existe déjà ou est en cours d’installation pour une interconnexion transfrontalière donnée, l’obligation visée au paragraphe 5, premier alinéa, est réputée satisfaite pour cette interconnexion, à moins qu’un renforcement de la capacité soit demandé par un ou par plusieurs États membres pour des raisons de sécurité de l’approvisionnement.
6. Wanneer een bepaalde grensoverschrijdende interconnectie al bidirectioneel is of de bidirectionaliteit ervan in aanleg is, wordt de verplichting van de eerste alinea van lid 5, voor die interconnectie geacht te zijn nagekomen, tenzij een of meer lidstaten om redenen van leveringszekerheid om capaciteitsuitbreiding verzoeken.