§ 1. Lorsque l'étranger qui déclare se trouver dans un des cas prévus à l'article 61/7, § 1, de la loi, introduit sa demande auprès du représentant diplomatique ou consulaire compétent, conformément à l'article 61/7, § 2, de la loi, il lui est remis un document attestant du dépôt de la demande et de la date de celui-ci.
§ 1. Indien de vreemdeling die verklaart zich te bevinden in een van de gevallen bepaald in artikel 61/7, § 1, van de wet zijn aanvraag indient bij de bevoegde diplomatieke of consulaire post, overeenkomstig artikel 61/7, § 2, van de wet, wordt hij in het bezit gesteld van een document dat aantoont dat zijn aanvraag werd ingediend en de datum van de aanvraag vermeldt.