L'employeur ne peut poser un acte tendant à mettre fin unilatéralement à la relation de travail à partir du moment où le préavis visé à l'alinéa précédent lui a été notifié jusqu'à l'expiration d'un délai de trois mois à dater de la reprise du travail dans le régime de travail ne comportant pas des prestations entre 20 heures et 6 heures, sauf pour des motifs étrangers à cette demande de mettre fin à l'occupation dans un régime de travail comportant des prestations entre 20 heures et 6 heures.
De werkgever mag geen handeling stellen die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking vanaf het ogenblik waarop hij in kennis werd gesteld van de opzegging bedoeld in het vorig lid tot het verstrijken van een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de werkhervatting in een arbeidsregeling zonder prestaties tussen 20 uur en 6 uur, behalve om redenen die vreemd zijn aan dit verzoek om een einde te stellen aan de tewerkstelling in een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 uur en 6 uur.