« L'article 419, alinéa 1, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de
la Constitution en refusant des intérêts moratoires au redevable qui obtient la restitution d'un précompte mobilier qu'il a payé spontanément au Trésor non pas à la suite d'une erreur mais pour se conformer à l
'obligation qui lui était faite par une disposition légale ultérieurement annulée par la Cour d'arbitrage pour contrariété aux articles 10 et 11 de la Constitution, et qui obtient la restitution du précompte à la suite de c
...[+++]ette annulation,
« Schendt artikel 419, eerste lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door moratoriuminteresten te weigeren aan de belastingschuldige die de terugbetaling verkrijgt van een roerende voorheffing die hij spontaan aan de Schatkist heeft betaald, niet naar aanleiding van een vergissing, maar om zich te conformeren aan de verplichting die op hem rustte ingevolge een wetsbepaling die het Arbitragehof later heeft vernietigd wegens strijdigheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en die naar aanleiding van die vernietiging de terugbetaling van de voorheffing verkrijgt,