Le conjoint du bénéficiaire visé au § 2, A, B et D qui perçoit une pension de retraite qui a été fixée en tenant compte du fait que le conjoint remplissait les conditions prévues à l'article 9, § 1 , alinéa premier, 1º, ou à l'article 9, § 1 , dernier alinéa, et qui, selon le cas, a atteint un des âges visés aux articles 3 et 16 de l'arrêté royal du 30 janvier 1997 peut, sans préjudice de l'application du dernier alinéa du § 4, exercer une activité professionnelle visée au § 2, A, 1º, 2º ou 3º, ou au présent paragraphe, aux mêmes conditions que le bénéficiaire lui-même.
De echtgenoot van de in § 2, A, B en D, beoogde gerechtigde die een rustpensioen geniet dat vastgesteld werd rekening houdend met het feit dat in hoofde van de echtgenoot voldaan was aan de voorwaarden vastgesteld door artikel 9, § 1, eerste lid, 1º, of overeenkomstig artikel 9, § 1, laatste lid, en die, naar gelang het geval, één van de in de artikelen 3 en 16 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bedoelde leeftijden heeft bereikt, mag, onverminderd de toepassing van het laatste lid van § 4, onder dezelfde voorwaarden als de gerechtigde zelf, een in § 2, A, 1º, 2º of 3º, of een in deze paragraaf beoogde beroepsbezigheid uitoefenen.