En 1999, la Cour d'arbitrage avait d'ailleurs déjà indiqué que les règles constitutionnelles d'égalité et de non-discrimination incitent à comparer, non pas deux options politiques successives du législateur ni différentes règles applicables à une même personne, mais bien la manière dont, à un même moment, la loi traite différentes catégories.
In 1999 stelde het Arbitragehof trouwens al dat de grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie nopen tot een vergelijking, niet van twee opeenvolgende beleidsopties van de wetgever, noch van verschillende regels die op eenzelfde persoon van toepassing zijn, maar wel van de manier waarop de wet op eenzelfde tijdstip verschillende categorieën behandelt.